Om als Oost-Nederland sterker te staan, gaan Twente en de Achterhoek samen optrekken in hun contacten met de Duitse buren. Ook de Nederlandse regering en die van de deelstaat Nordrhein-Westfalen staan achter meer uitwisseling tussen de grensregio’s op het gebied van werken en onderwijs. Voor beide landen ligt hier een groot economisch belang dat nog niet voldoende wordt benut. Bovendien liggen er Europese subsidiegelden op de plank voor grensoverschrijdende projecten. Er moeten snel afspraken komen over zaken als wederzijdse diploma-erkenning en andere regels die het nu nog belemmeren dat mensen gemakkelijk aan de andere kant van de grens kunnen studeren, werken, ondernemen en pendelen.
Dat betekent dat de commissies Grens van de beide regio’s van nu af aan samen vergaderen en ook als een eenheid met hun Duitse partners overleggen. Joris Bengevoord, burgemeester van Winterswijk en bestuurslid van Regio Achterhoek, is nu een half jaar voorzitter van de commissie Grens Achterhoek. “Ik groeide op in de grensstreek, wij waren gewend aan veel overlap qua dialect en cultuur. De grens helemaal uitgummen zal niet lukken, maar het is natuurlijk zo logisch als wat om op het gebied van werken en leren sterker samen te werken met Duitsland. Europa beseft dat de broodnodige uitwisseling tussen landen juist in de grensregio’s gebeurt en wil dat stimuleren. We zien dat Twente veel Europese subsidies binnenhaalt voor innovatie en bereikbaarheid. Ja, de Twenten verkopen zichzelf beter, daar kunnen wij nog iets van leren. De Achterhoek willen we aansluiten op die geldstroom, de zogenaamde INTERREG-gelden. Niet als concurrent, maar als partner met veel innovatief midden- en kleinbedrijf. Dat zorgt voor groei van onze mooie Achterhoekse bedrijven, voor het juiste onderwijs en beter vervoer.”
Er is natuurlijk al veel gaande in de grensstreek, aldus Bengevoord. “Er zijn allerlei projecten op het gebied van onderwijs en vervoer. Denk aan de gloednieuwe buslijn Aalten-Bocholt die ons verbindt met de Fachhochschule, waar Nederlandse jongeren geweldig mooi techniekonderwijs kunnen volgen. In het basis- en voortgezet onderwijs kunnen kinderen nu al Duits leren. Het belang daarvan is groot.”
Wat gaat er nog meer gebeuren? “We gaan zorgen voor betere samenwerking tussen ondernemers, organisaties en overheid in de Achterhoek, met een kennismakelaar Duitsland. En we maken ons hard voor de vijftien concrete doelen en veertig acties van het Actieteam Grensoverschrijdende Economie en Arbeid. Daarmee dagen Twente en de Achterhoek samen het kabinet uit. Vergeet niet dat het soms in kleine dingen kan zitten: bij grensoverschrijdend ambulancevervoer moeten we rekening houden met de Opiumwet, de brandweer van onze beide landen moet met verloopnippels werken. Maar het belangrijkste is toch wel dat je met een vakdiploma zonder obstakels aan beide zijden van de grens kunt werken. Samen met Twente gaan we massa maken, de lobby vormgeven en zorgen dat we één economische, Duits-Nederlandse grensregio worden. De relaties met zowel Twente als de Duitse partners zijn prima, dat is een fantastisch uitgangspunt.”
