In Terborg bouwt AT Techniekopleidingen (voorheen Bedrijfstakschool Anton Tijdink) een prachtig nieuw en ruim opgezet pand. Samen met het Graafschap College is een modulaire, vraaggestuurde onderwijsvorm ontwikkeld. “Hiermee kunnen we maatwerk en flexibiliteit leveren voor de leerling én het bedrijfsleven’, aldus directeur Mike Broekhuizen.
Vanuit de behoefte van het bedrijfsleven naar geschoold vaktechnisch personeel in een productieomgeving is, bijna 30 jaar geleden, de stichting Bedrijfstakschool Anton Tijdink ontstaan. Ondernemers uit de metaalindustrie sloegen de handen ineen om zelf op te gaan leiden. Inmiddels zijn ruim tachtig bedrijven uit de regio Achterhoek aangesloten. Naast de BBL- en BOL-dagopleidingen, gericht op mechatronica, verspaning en metaalbewerking biedt de school (avond)cursussen aan bedrijven die hun eigen technische expertise op het hoogste niveau willen houden.
Maatwerk
Al vele jaren werkt de school intensief samen met onderwijsinstanties. Samen met het Graafschap College is vormgegeven aan een nieuwe inhoud van de lessen waarbij leerlingen en het bedrijfsleven, in plaats van het systeem, vooropstaan. Een flexibele, modulaire en vraaggestuurde opbouw van de opleidingen gaat ervoor zorgen dat een nog betere aansluiting met het bedrijfsleven, de leerlingen én de toekomst plaatsvindt. “De competentiebehoefte van bedrijven verandert, de samenleving is flexibeler en het behoud, werven en bezit van technische kennis is voor organisaties van groot belang”, vertelt Mike Broekhuizen. “Door te werken met flexibele modules die in samenwerking met het bedrijfsleven worden ontwikkeld, is aanpassing aan de actualiteit altijd mogelijk. Theorie en praktijk lopen meer door elkaar heen. Bij de start van een opleiding krijgen leerlingen meer theorie waardoor ze een voorsprong op de praktijk hebben. Gedurende de opleiding wordt de praktijkervaring steeds meer leidend. Specialisten uit het bedrijfsleven worden ingezet en betrokken bij de inhoud en uitvoering van de modules. Tijdens de praktijklessen kunnen begeleiders extra uitleg geven in kleine groepjes als leerlingen tegen vragen en knelpunten aanlopen. Met deze onderwijsvorm spelen we in op de verschillende soorten deelnemers, van excellente en gemiddelde leerlingen tot leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Zij leren in een brede setting samenwerken, zelfstandig werken, hebben in grote mate zelfverantwoordelijkheid en worden gestimuleerd om eigen keuzes te maken. De verwachting is dat het aantal leerlingen dat voor techniek kiest, toeneemt.”
Eerste successen
Gert André, opleidingsmanager Engineering & Industrie van het Graafschap College is ervan overtuigd dat het uiteindelijke doel, opleiden voor de medewerkers van de toekomst, wordt bereikt. “Dat hebben we samen niet alleen de afgelopen dertig jaar bewezen, in een krapper wordende arbeidsmarkt wordt dit ook de komende jaren alleen maar belangrijker.” De eerste stappen voor de nieuwe onderwijsvorm zijn al gezet. Sommige docenten zijn zo enthousiast dat ze actief met leerlingen toewerken naar het vervaardigen van een product. Gert André: “De leerlingen ontwikkelen de onderdelen, in de vorm van deelopdrachten, bij een bedrijf en assembleren bij de bedrijfstakschool. Een specialist van het bedrijfsleven geeft gastles. Het mooie is dat een optimale aansluiting met het bedrijfsleven ontstaat. Bedrijven stellen hun deuren open en kunnen het enthousiasme van leerlingen prikkelen. Bovendien bedenken leerlingen zelf het idee voor een product, raken ze kostenbewust en fabriceren ze iets dat functioneel is en wat ze zelf mogen houden.”
Integratie
Met de plannen voor het nieuwe pand in Terborg in crisistijd kreeg AT Techniekopleidingen landelijk veel aandacht. “Daar komt bij dat we met een afnemend aantal instromers vanuit het vmbo in de toekomst te maken hebben”, zegt Broekhuizen. “Maar wij staan erom bekend buiten de gebaande paden te denken en faciliteren opleidingen die aansluiten bij de wensen van de arbeidsmarkt. En er is een grote vraag naar vakmensen bij bedrijven in de maakindustrie. We moeten de exploitatie op lange termijn wel in ogenschouw nemen. De uitdaging is om een programma te bedenken waar onze doelgroepen leerlingen van het vmbo, zij-instromers en vakmensen uit het bedrijfsleven in passen. Waarom deze niet integreren? We willen die verschillende werelden dichter bij elkaar brengen door niet alleen avondtrainingen meer te bieden, maar ook klassen te vormen met dezelfde demografische afspiegeling als in het bedrijfsleven. Deelnemers hebben immers met hetzelfde werkveld te maken, ze kunnen leren van elkaar. Volgend jaar moet de modulaire, vraaggestuurde onderwijsvorm volledig zijn geïmplementeerd. We verwachten bovendien dat we in het voorjaar het nieuwe pand kunnen betrekken. Dan zijn we flexibel in docenten en in mogelijkheden en kunnen we een slag slaan!”